Een verzameling van de bekendste boomgasten in en rond bomen.
Ophiostoma ulmi
De iepenspintkever brengt sporen van de schimmel naar de boom, waarna deze zich verspreidt. De iep reageert hierop door besmette houtvaten af te sluiten. Het gevolg is dat er geen transport meer mogelijk is naar takken en twijgen, die vervolgens verwelken. De verwelkte bladeren blijven vaak lang aan de boom hangen wat kenmerkend is voor deze aantasting. Bij het doorknippen van een aangetaste tak is een duidelijke bruine ring zichtbaar.
De schimmel verspreidt zich verder door de boom, waardoor de iep uiteindelijk afsterft. Een aangetaste iep is een besmettingsbron voor iepen in de omgeving. De iepenspintkever legt zijn eieren onder de bast van deze boom. De jonge kevers die uitvliegen zijn besmet met iepziekte en kunnen andere bomen infecteren. De iepziekte verspreidt zich ook via wortelcontact tussen twee bomen.
Indien gekozen wordt voor het bestrijden van de ziekte, dient een aangetaste boom zo spoedig mogelijk geveld te worden en het hout ter plaatse geschild of versnipperd te worden. Lokaal is het vervoeren van ongeschild iepenhout soms verboden, bijvoorbeeld in Amsterdam). Er zijn veel iepensoorten die niet of nauwelijks vatbaar zijn voor de iepziekte.